Of het nu over taartenbakkers, luizenmoeders of datende boeren gaat: voor bepaalde programma’s zetten we anno 2019 nog altijd de televisie aan. Gemiddeld met miljoenen per aflevering. Mediadeskundigen over de vijf psychologische mechanismen die ervoor zorgen dat we blíjven kijken.

Hoe is het mogelijk dat in ­tijden van Netflix, computergames en ander online vermaak nog altijd meer dan 3 miljoen Nederlanders ’s avonds de televisie aanzetten voor De luizenmoeder, Boer zoekt vrouw of Heel Holland bakt? En dat tijdens de lunch op het werk blijkt dat vrijwel iedereen kan meepraten over de laatste aflevering Wie is de mol of Temptation island? Het zijn allemaal programma’s waar je niet omheen kunt. ‘Heel Holland’ lijkt te kijken.

Het zijn natuurlijk stuk voor stuk goed doordachte formats die onze aandacht slim weten te trekken en vast te houden. Tv-makers maken daarbij gebruik van deze psychologische effecten:

1. JE ZOU DAAR (BIJNA) ZELF KUNNEN STAAN

‘Een programma als Heel Holland bakt werkt goed omdat de kandidaten “heel gewone mensen” zijn. Iemand die in de thuiszorg werkt, een academisch onderzoeker, mensen van verschillende leeftijden, een jongen die doof is: voor iedere kijker is er wel iemand bij in wie hij zichzelf kan herkennen,’ zegt Charles Vaneker. Hij is onderzoeker bij de Vrije Universiteit en media­consultant bij Klapper Communicatie. Vaneker doet onderzoek naar de psychologische factoren die bijdragen aan de successen van tv-for-mats. Samen met zijn collega’s meet hij van seconde tot seconde hoe een panel tv-kijkers reageert op programma’s. Zo ontdekten ze welke formats aanslaan en waarom.

Ook een realityshow als Boer zoekt vrouw zit wat betreft herkenbaarheid goed: met boeren en hun dates van alle leeftijden, stugge of juist heel open mensen, serieuze en ‘de leukste thuis’types. Communicatiespecialist Marc Wessels: ‘Vooral de ongemakkelijkheid in de sociale interactie lokt identificatie uit. We kennen het allemaal: wat zeg je tegen iemand die je voor het eerst ontmoet? En hoe flirt je nou eigenlijk een beetje op een leuke manier?’

Al gaat het in De luizenmoeder om fictieve karakters, gespeeld door acteurs, toch is ook die serie gebouwd op herkenbaarheid. Docent media­psychologie Kirsten Hofman ziet dat de makers hierin een stapje verdergaan. ‘Doordat hoofdpersoon Hannah de enige “normale” van het stel is, kunnen we ons extra goed met haar identificeren. Op haar gezicht staat voortdurend te lezen: red me uit deze hel. ‘Hierdoor móét je bijna wel met haar meeleven.’ Bovendien: zelfs als je geen kinderen hebt, heb je weleens op een schoolplein gestaan – al was het ooit zelf als kind. Ook de situatie en omgeving zorgen dus voor herkenning. ‘De idioterie rond omgangsvormen, sociale relaties, het schoolsysteem en opvoeden – het wordt allemaal flink uitvergroot. Daar moet je heel hard om lachen, maar tegelijkertijd denk je: ja, zo gaat het echt,’ zegt Hofman.
Met een timer bij de tienminutengesprekken zitten, de over-de-top traktaties die ook nog gezond moeten zijn, de scheldende ouder die het beste voor haar kind eist – het is fictief, maar ook uit het leven gegrepen.

2. DE KANDIDATEN WORDEN ‘FAMILIE’

In de eerste seizoenen Wie is de mol speelden gewone mensen de hoofdrol. Maar pas toen er (min of meer) bekende Nederlanders aan meededen, werd het programma succesvol. Die keuze voor bekende, maar niet al te beroemde kandidaten is heel slim, volgens Hofman. ‘Bij echte BN’ers loop je het risico dat de kijker al op voorhand zijn oordeel klaar heeft. Bij de wat minder bekende kandidaten heeft de kijker zich al wel een beeld gevormd, maar het volledige oordeel moet nog worden geveld. Zo kun je ineens ontdekken dat die saaie nieuwslezeres een supertoffe meid is, terwijl de eerst zo hip lijkende filosoof oersaai blijkt te zijn. Doordat je de serie wekelijks volgt, gaan de deelnemers als bekenden voelen.’

Dit psychologische fenomeen van parasociale interactie, waarbij je als kijker de kandidaat denkt te kennen en sympathie of juist antipathie voor hem ontwikkelt, maakt ook dat je een programma als WIDM blijft volgen. Natuurlijk in combinatie met de vraag wie erin blijft of eruit gaat, en wie de meestersaboteur is. – Lees hier verder (betaalde link).

Dit artikel verscheen in maart 2019 in Psychologie Magazine.