Stoppen – met een baan, een carrièrepad of een relatie – is moeilijk, maar kan beslist nuttig zijn. Dat stoppen moet dan wel goed gebeuren. ‘Juist doordat we het vaak te lang uitstellen, gaat het mis.’
De valkuil van de volharding is verraderlijk: als we ons eenmaal aan een bepaald doel – een baan, een carrièrepad of een relatie – hebben verbonden, willen we het ook tot een goed einde brengen. Maar soms is opgeven toch echt beter. Stoppen is moeilijk, maar levert – mits op een goede manier aangepakt – ook veel op.
‘Ja maar, we zijn al zo lang samen, ik heb al zoveel geïnvesteerd in deze relatie…’ Relatietherapeut Jean-Pierre van de Ven hoort dit argument vaak voorbijkomen als hij weer een ruziënd stel tegenover zich heeft: ‘Alsof zo’n relatie hetzelfde is als een aandeel Shell.’ Ook psycholoog en loopbaancoach Hilde Backus ziet ze veelvuldig, de volhouders. ‘Als ik nog beter mijn best doe, word ik vast wél goed in delegeren’, zegt zo’n ‘coachee’ dan. Backus: ‘Vaak uitgesproken met een geforceerde glimlach, door iemand die eigenlijk doodmoe is van al dat volhouden.’ Opgeven is een van de moeilijkste dingen die er bestaan. Volharden in wat we doen, zit in de menselijke natuur ingebakken.
In zijn boek Weten wanneer je moet stoppen beschrijft klinisch psycholoog Alan Bernstein wat stoppen zo moeilijk maakt. ‘Het sterkste mechanisme bij het maar door blijven gaan, is “sunk-cost fallacy”’, vertelt Bernstein in een interview via Skype: ‘Je hebt al zoveel tijd in een studie gestopt, bent al jaren bij iemand gebleven, of je hebt al zo hard gewerkt voor een bedrijf, dat het wel lijkt of je niet meer kúnt opgeven. De “kosten” die je erin hebt gestopt, zouden dan helemaal voor niets zijn geweest.’ — Lees hier verder.
Dit artikel is gepubliceerd in FD Persoonlijk